Psychosociale
problemen
Er is een samenhang tussen het gebruik van anabole steroïden en psychosociale problemen als depressie, agressie, psychoses en seksuele klachten.
Psychosociale problemen
Verschillende studies laten een samenhang zien tussen het gebruik van anabole steroïden en psychosociale problemen als afhankelijkheid, depressie en angst, antisociaal gedrag en agressie, psychotische symptomen, een verstoord lichaamsbeeld, en seksuele klachten. Niet altijd is echter duidelijk of de geconstateerde relatie is toe te schrijven aan het gebruik van anabole steroïden of aan karakteristieken van de gebruiker; zo bleek in een Zweedse studie de relatie tussen anabolicagebruik en gewelddadige misdrijven voort te komen uit het verhoogde drugs- en alcoholgebruik van de onderzochte steroïdengebruikers.
Vaak is sprake van een tweezijdige relatie, dus deels toe te schrijven aan de gebruiker, en deels aan de anabole steroïden. Studies naar steroïdenafhankelijkheid tonen bijvoorbeeld dat anabolicagebruikers, voor zij begonnen met steroïden, vaker dan gemiddeld te maken hebben gehad met afhankelijkheid van andere middelen, tegelijkertijd brengt het gebruik van anabole steroïden fysiologische veranderingen tot stand die stoppen met gebruik moeilijk kunnen maken (nog los van het mentale effect dat het verlies van kracht en spiermassa kan hebben).
Sommige psychosociale problemen treden hoofdzakelijk op tijdens de kuur, terwijl andere klachten juist na de kuur de kop opsteken. Hypogonadisme (d.w.z. een te lage testosteronproductie) treedt regelmatig op na een kuur, en kan verschillende mentale klachten oproepen of verergeren.
Een deel van de steroïdengebruikers ontwikkelt een patroon van bijna continu gebruik, ondanks nadelige medische, psychologische, en sociale effecten. In de meest recente, vijfde, versie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5), het diagnostisch handboek van psychiatrische aandoeningen, worden anabole steroïden niet apart genoemd onder “stoornis in het gebruik van middelen”, zoals dat wel geldt voor bijvoorbeeld alcohol, tabak, en opioïden. Toch wijzen verschillende onderzoekers erop dat een deel van de gebruikers van anabole steroïden typische kenmerken van verslaving vertoont, zoals: langduriger gebruik of gebruik van grotere hoeveelheden dan de bedoeling was, vergeefse pogingen om het gebruik te minderen, gebruik ondanks de wetenschap dat het gebruik lichamelijke of psychische problemen met zich meebrengt of verergert, tolerantie, en onthoudingssymptomen.
Een studie uit 2012 onder 479 mannelijke steroïdengebruikers liet zien dat bij 112 (23.4%) van hen, volgens (aangepaste) DSM-4 criteria, sprake was van afhankelijkheid van anabole steroïden. Bij de vrouwelijke gebruikers was bij 7 (58.3%) van de 12 sprake van afhankelijkheid. Eerdere studies stelden een steroïdenafhankelijkheid vast bij gemiddeld zo’n 30% van de mannelijke anabolicagebruikers.
Drie mechanismen worden verantwoordelijk gehouden voor het ontstaan van steroïdenafhankelijkheid: een “anabool”, een “androgeen”, en “hedonistisch” mechanisme. Het grote belang dat wordt gehecht aan het hebben van spiermassa (en de angst deze te verliezen), met als meest extreme vorm “Bigorexia” (spierdysmorfie), is het anabole mechanisme waarlangs steroïdenafhankelijkheid kan ontstaan.
Daarnaast leidt het androgene effect van anabole steroïden bij de man tot een verminderde testosteronproductie. Dit kan seksuele klachten en somberheid, of zelfs een depressie, oproepen wanneer met steroïdengebruik gestopt wordt. Hypogonadisme kan daarmee een sterke trigger zijn (te snel) weer met anabole steroïden te beginnen. Het gebruik van anabole steroïden heeft daarnaast, via de invloed op de hersenen, ook een hedonistische werking. Psychoactieve effecten die als plezierig worden ervaren, zoals bijvoorbeeld een toename van zelfvertrouwen en libido, kunnen een voortzetting van gebruik aanmoedigen. Deze effecten treden overigens niet acuut op, zoals bij alcohol of drugs, maar na langduriger gebruik.
Bij de behandeling van steroïdenafhankelijkheid dienen alle drie de mechanismen aandacht te krijgen (waarbij het gewicht van de afzonderlijke factoren bij iedere patiënt anders zal liggen), en zowel het hypogonadisme als het cognitief-emotioneel functioneren bij de behandeling betrokken te worden. Een interdisciplinaire aanpak is hierbij veelal vereist. Behandelaren dienen daarnaast te beseffen dat veel gedragingen die bij hen de wenkbrauwen doen fronsen (bijvoorbeeld de wens van een bovengemiddeld gespierd persoon om nog gespierder te worden) deel uit maken van de bodybuilding of fitness lifestyle van veel steroïdengebruikers, en niet per definitie pathologisch gedrag betreft.
Praktische implicaties
Besef, voor je begint met kuren, dat wanneer je kuur is afgelopen er een periode aanbreekt waarin je over minder energie en libido zal beschikken, je spieren en kracht verliest, en je wellicht wat somber zal voelen. De verleiding is dan groot te snel met een volgende kuur te beginnen. Ga, voor je eerste kuur, daarom bij jezelf te rade of je deze verleiding kan weerstaan. Indien je al kuurt en wel zou willen stoppen of minderen, maar dit niet lukt, of je bent bang voor de nadelige gevolgen, zoek dan hulp van een deskundige op dit gebied.
Mainline hield in 2020 een survey onder anabole steroïdengebruikers. Hieruit bleek dat 22.3% (n=23) van hen volgens DSM-4 criteria kenmerken vertoonde van anabole steroïdenafhankelijkheid. Vooral onder mannen die het hele jaar anabole steroïden gebruikten werd deze afhankelijkheid waargenomen. Download hier het verslag.
De relatie tussen anabole steroïdengebruik en stemmings- en angststoornissen is veelal tweezijdig van aard. Enerzijds, zijn steroïdengebruikers vaker dan niet-gebruikers gediagnosticeerd met een depressie of angststoornis, en hebben gebruikers met een steroïdenafhankelijkheid vaker met een depressie of angststoornis te kampen (gehad) dan niet niet-afhankelijke anabolicagebruikers.
Anderzijds, kan kuren de stemming negatief (en positief) beïnvloeden. Hypogonadale mannen laten een afname van depressieve symptomen zien wanneer zij testosteronsubstitutie krijgen. Bij suprafysiologische doseringen, zoals die tijdens een kuur genomen worden, is het effect echter minder voorspelbaar. Gebruikers rapporteren tijdens de kuur vaak een verbeterde stemming, wat bij enkelen zelfs manische trekken kan aannemen; echter een toename van depressieve en angstige symptomen wordt ook wel waargenomen. Na de kuur, als gevolg van hypogonadisme en de resulterende afname van spiermassa en kracht, nemen depressieve en/of angstige gevoelens veelal toe; dit kan in enkele gevallen uitmonden in een klinische depressie of angststoornis.
Ook jaren na steroïdengebruik zijn verschillen tussen gebruikers en niet-gebruikers zichtbaar: voormalige topkrachtsporters die kuurden, melden opmerkelijk vaker professionele hulp voor depressie en angstklachten te hebben gezocht dan ex-topkrachtsporters die niet kuurden. In hoeverre deze grotere psychische nood is toe te schrijven aan het eerdere gebruik van anabole steroïden, en in hoeverre de groep kurende sporters al voor steroïdengebruik geestelijk minder stabiel was, blijft ongewis in deze studie.
Praktische implicaties
Wanneer je somber of angstig bent aangelegd, dan zullen je klachten wellicht eerder toe- dan afnemen door steroïdengebruik. Gedurende de kuur verbetert je stemming waarschijnlijk, maar tijdens de “off” fase is de kans er dat de ernst van de symptomen groter is dan voordat je begon met kuren.
Het gebruik van anabole steroïden en antisociaal gedrag, en dan met name agressie, worden veelvuldig met elkaar in verband gebracht; de term “roid rage” is zelfs speciaal uitgevonden voor door steroïden gedreven agressieaanvallen. Toch is de relatie iets complexer dan met name de (sensatie)pers doet geloven, en betekent de start van een kuur niet een onafwendbare transformatie à la dr. Bruce Banner of dr. Jekyll in de Hulk dan wel Mr. Hyde.
Al decennia lang wordt de relatie tussen testosteron en agressie onderzocht. Dierlijk onderzoek laat een positief verband tussen de twee zien. Humane studies vinden soms wel, en soms niet, een dergelijke relatie. Vandaag de dag is het overheersende standpunt dat er bij mensen geen 1-op-1 verband is tussen het testosteronniveau en de mate van agressie, maar dat individuele en contextuele factoren bepalend zijn.
Vooral dominante en impulsieve mannen, en die met lage cortisolwaardes, zouden meer agressief gedrag vertonen bij een stijging van het testosteronniveau. Anabole steroïden zijn afgeleid van testosteron en hebben vergelijkbare effecten op het gedrag (alhoewel het specifieke effect per anabole steroïde kan verschillen); dit betekent dat met name impulsieve en dominante mannen het risico lopen een kort lontje te krijgen wanneer zij gaan kuren. Deze aanname wordt onderschreven door recent onderzoek waarin bij kurende mannen een afname van de impulscontrole is te zien. Dit kan leiden tot een toename van agressie, zeker wanneer iemand van zichzelf al beschikt over een beperkte impulscontrole.
Kuren tijdens de puberteit (wanneer de hersenen nog in ontwikkeling zijn), en langdurig gebruik van anabole steroïden, kunnen tot structurele veranderingen van het brein leiden, en dan vooral in die hersencentra die betrokken zijn bij impulscontrole en emotieregulatie. Dit betekent dat specifiek personen die op jonge leeftijd zijn begonnen met kuren en/of een steroïdenafhankelijkheid ontwikkeld hebben, binnen de groep van anabolicagebruikers een vergroot risico lopen op antisociaal gedrag of agressie wanneer zij in de kuur zitten. Steroïdengebruikers met een afhankelijkheid vertonen inderdaad vaker gedragsproblemen dan steroïdengebruikers zonder afhankelijkheid.
Het gebruik van anabole steroïden kan dus antisociaal gedrag bevorderen. Daarnaast kiezen personen met antisociale trekken mogelijk vaker voor steroïdengebruik. Zo blijken antisociale gedragsproblemen tijdens de puberjaren een sterke voorspeller van later steroïdengebruik. Ook diverse cross-sectionele studies leggen een relatie tussen anabolicagebruik en antisociaal of gewelddadig gedrag. Dit type onderzoek maakt echter niet duidelijk wat er eerst was: het bewuste gedrag of het anabolicagebruik. Bovendien kan veelal niet worden uitgesloten dat de samenhang niet is toe te schrijven aan een derde variabele. Zo bepaalden Christofferson en collega’s dat, in vergelijking met een controlegroep, Deense sportschoolbezoekers die kuren negen keer zoveel kans hebben om voor een misdrijf veroordeeld te worden. Omdat echter het sportgedrag van de controlegroep buiten beschouwing is gelaten, is niet uit te sluiten dat sportschoolbezoek, en niet anabolicagebruik, samenhangt met crimineel gedrag.
Praktische implicaties
Ben je dominant of impulsief van aard dan leidt steroïdengebruik wellicht tot een toename van agressief en/of antisociaal gedrag. De kans op deze toename is het grootst bij personen die op jonge leeftijd begonnen zijn en/of al langdurig anabole steroïden gebruiken.
Spierdysmorfie (“muscle dysmorphia”) is een stoornis van de lichaamsbeleving (“body dysmorphic disorder”) die zich kenmerkt door een pathologische preoccupatie met het nastreven van een hypermusculair lichaam, gekoppeld aan de overtuiging dat men onvoldoende gespierd is. Niet verwonderlijk, wordt spierdysmorfie veel vastgesteld onder bodybuilders, en met name onder wedstrijdbodybuilders. Personen die veel symptomen van spierdysmorfie vertonen, hebben vaak ook te kampen met algemene angstklachten, angst voor de beoordeling van hun lichaam door anderen, depressieve symptomen, neuroticisme, en perfectionisme, terwijl hun zelfwaardering veelal laag is. Spierdysmorfie is een voorname drijfveer om met anabole steroïden te beginnen, en naar schatting meer dan de helft van de personen met spierdysmorfie gebruikt of heeft anabolen gebruikt. Mogelijk vergroot spierdysmorfie ook de kans een steroïdenafhankelijkheid te ontwikkelen, dit causale verband is echter niet in alle studies gevonden.
Personen die gespierder willen worden zullen vaak kiezen voor bodybuilding als sport. Een deel van hen zal bij het najagen van een gespierd lichaam de lat steeds weer hoger leggen en daardoor, ondanks een obsessieve inzet, het gewenste lichaam nooit bereiken. Steroïdengebruik zal bij deze sporters de ontevredenheid met het lichaam niet doen afnemen, maar veelal in stand houden, of juist verergeren.
Er bestaan verschillende vragenlijsten om spierdysmorfe symptomen te meten. Wanneer een persoon op zo’n vragenlijst een score boven een bepaalde afkapwaarde behaalt is er sprake van een zorgelijke toestand, en mogelijk een stoornis van de lichaamsbeleving; althans volgens de witte jassen. Bodybuilders kunnen dit echter heel anders beleven. Een fanatieke bodybuilder behaalt, met de bestaande vragenlijsten, al snel een score boven de afkapwaarde. Hij of zij hoeft dit echter niet als problematisch te ervaren. Voor een juiste interpretatie dient “spierdysmorfie” daarom in samenhang bezien te worden met factoren als angst, depressie, en steroïdengebruik. Zonder deze context dreigt pathologisering, stigmatisering, en ontoereikende hulp.
Praktische implicaties
Bij personen met een pathologische onzekerheid over het uiterlijk van hun lichaam zal steroïdengebruik deze gevoelens waarschijnlijk niet doen afnemen, maar mogelijk in stand houden of zelfs verergeren.
In een aantal hersencentra van schizofrene patiënten worden verhoogde concentraties van de neurotransmitter dopamine waargenomen. Hierdoor, en de effectiviteit van antipsychotica (die de werking van dopamine blokkeren) bij het verminderen van hallucinaties en wanen, vermoedt men dat dopamine een sleutelrol speelt bij psychotische symptomen. De productie en werking van dopamine staat onder invloed van het hormoon testosteron. Dat testosteron hierdoor, indirect, een rol speelt bij de totstandkoming van psychotische symptomen (bij kwetsbare personen) wordt ondersteund door de observaties dat schizofrenie vaker voorkomt bij mannen dan bij vrouwen, en psychotische symptomen zich bij mannen vaak voor het eerst manifesteren bij een stijgende testosteronspiegel tijdens de adolescentie en jonge volwassenheid.
Geneesmiddelen en drugs die de aanwezigheid van dopamine in de hersenen verhogen, kunnen psychotische symptomen uitlokken. Of dit daadwerkelijk gebeurt, hangt af van de psychotische kwetsbaarheid van een individu: bij personen met een lage kwetsbaarheid zijn hoge doseringen medicijnen of drugs nodig, terwijl bij personen met een hoge kwetsbaarheid lage doses al een acute psychose kunnen veroorzaken. Er zijn verschillende gevallen bekend van personen die psychotisch werden nadat zij met anabole steroïden begonnen. Bij deze “case studies” is echter niet te bepalen in hoeverre de psychotische kwetsbaarheid van de persoon, en andere factoren zoals drugsgebruik, een rol speelden. De literatuur biedt dus weinig houvast om te bepalen hoe groot de kans is dat een persoon psychotisch wordt tijdens een kuur. In een drie decennia oude studie onder 41 anabolengebruikers werden bij bijna 1 op de 3 van hen, in meer of minder mate, psychotische symptomen vastgesteld .
Overigens zijn anabole steroïden niet de enige Performance and Image Enhancing Drugs (PIEDs) die psychotische symptomen kunnen oproepen. Van middelen met invloed op de concentratie oestrogeen en dopamine, zoals Clomid (Clomifeen) en Parlodel (Bromocriptine), en stimulerende afslankmiddelen, is ook bekend dat zij bij kwetsbare personen tot psychotische klachten hebben geleid.
Praktische implicaties
Anabole steroïden, en een aantal andere PIEDs, kunnen psychotische symptomen oproepen bij personen met een psychotische kwetsbaarheid. Personen die weten dat zij erfelijk belast zijn, of eerder psychotische symptomen beleefden, dienen hier alert op te zijn.
Meer informatie
Klik hier voor een lijst van alle gebruikte referenties voor het samenstellen van dit artikel.