Veilig injecteren
van anabole steroïden
Zorg ervoor dat je het juiste materiaal, en in de juiste hoeveelheden, in huis hebt voordat je met een kuur start. We geven je hier een aantal tips om veilig anabole steroïden te injecteren.
voorbereiding injecteren
We hebben een lijst samengesteld met punten waar je rekening mee kunt houden in de voorbereiding:
– Lees altijd zorgvuldig het etiket om de sterkte van het product in milligram per milliliter (mg/ml) vast te stellen – en controleer de markeringen op de injectiespuit om er zeker van te zijn dat je de juiste dosis toedient.
– Was altijd je handen grondig voordat je injecties toedient.
–
Gebruik van een injectieflacon/trekflesje met anabole steroïden op basis van olie of water.
Zorg ervoor dat het oppervlak waar je de voorbereidende handelingen op verricht stabiel en schoon is.
Controleer of de houdbaarheidsdatum niet verstreken is en de verpakking van het te gebruiken materiaal onbeschadigd is. Als dit niet het geval is, gooi je het materiaal weg. Leg al het materiaal vóór gebruik op het schone oppervlak, dit omvat:
– Injectieflacon met de te gebruiken anabole steroïde
– 1 x 1 – 4 ml spuit
– 1 x groene naald (21G) om de oplossing op te zuigen
– 1 x blauwe naald (23G)
– 2 x alcoholdoekje
– Een naaldencontainer (met open deksel)
– Een schone tissue of een wattenschijfje (als je van plan bent direct na de voorbereidingen te injecteren)
– Was je handen grondig voorafgaand aan de voorbereidende handelingen.
– Verwijder de dop van de injectieflacon en veeg de bovenkant af met een alcoholdoekje
– Bevestig een groene naald op de spuit en verwijder de dop
– Trek de zuiger van de spuit terug tot het niveau dat gelijk is aan de hoeveelheid die je gaat opzuigen uit de flacon
– Steek de groene naald in de injectieflacon en duw de zuiger naar beneden om de lucht uit de spuit in de flacon te drukken
– Draai de injectieflacon ondersteboven (met de naald er nog steeds in) en trek de vereiste hoeveelheid oplossing in de spuit
– Draai de injectieflacon weer recht en trek naald en spuit uit de injectieflacon
– Trek de zuiger iets naar achteren
– Verwijder de groene naald en deponeer deze in de naaldencontainer
– Bevestig een blauwe naald op de spuit. Laat de dop erop zitten totdat je klaar bent om de injectie toe te dienen
Gebruik van een ampul met anabole steroïden op basis van olie of water.
Zorg ervoor dat het oppervlak waar je de voorbereidende handelingen op verricht stabiel en schoon is.
Controleer of de houdbaarheidsdatum niet verstreken is en de verpakking van het te gebruiken materiaal onbeschadigd is. Als dit niet het geval is, gooi je het materiaal weg.
Leg al het materiaal vóór gebruik op het schone oppervlak, dit omvat:
– Ampul met de te gebruiken anabole steroïde
– Een ampullenopener
– 1 x 1 – 2 ml spuit
– 1 x groene naald (21G) om de oplossing op te zuigen
– 1 x blauwe naald (23G)
– 2 x alcoholdoekje
– Een naaldencontainer (met open deksel)
– Een schone tissue of een wattenschijfje (als je van plan bent direct na de voorbereidingen te injecteren)
Was je handen grondig voorafgaand aan de voorbereidende handelingen.
– Bevestig een groene naald op de spuit en houd de dop erop
– Houd de ampul rechtop en beweeg hem voorzichtig om te zorgen dat alle injectievloeistof zich onder de breuklijn van de ampul bevindt.
– Breek de ampul – bij voorkeur met behulp van een ampullenopener
– Verwijder de dop van de groene naald en plaats de naald in de ampul
– Trek de injectievloeistof voorzichtig op uit de ampul
– Deponeer de lege ampul in de naaldencontainer
– Trek de zuiger iets naar achteren
– Verwijder de groene naald en deponeer deze in de naaldencontainer
– Bevestig een blauwe naald op de spuit. Laat de dop erop zitten totdat je klaar bent om de injectie toe te dienen
Als je geen ampullenopener hebt:
– Wikkel een tissue of een papieren handdoek rond de ampul
– Houd de bovenkant van de ampul met duim en wijsvinger vast, en de onderkant van de ampul met duim en wijsvinger van de andere hand.
– Zorg ervoor dat de gekleurde stip naar boven is gericht en duw de bovenkant van de ampul weg van de stip.
Gebruik van een poeder dat met water gemixt dient te worden. Zorg ervoor dat het oppervlak waar je de voorbereidende handelingen op verricht stabiel en schoon is. Controleer of de houdbaarheidsdatum niet verstreken is en de verpakking van het te gebruiken materiaal onbeschadigd is. Als dit niet het geval is, gooi je het materiaal weg.
Leg al het materiaal vóór gebruik op het schone oppervlak, dit omvat:
– Een injectieflacon (of ampul) met het te gebruiken poeder
– Een injectieflacon (of ampul) met “water voor injectie” of bacteriostatisch water
– 1 x 1 – 5 ml spuit
– 1 x groene naald (21G) om de oplossing op te zuigen
– 1 x 1 spuit met vaste naald (30G)
– 2 x alcoholdoekje
– Een naaldencontainer (met open deksel)
– Een schone tissue of een wattenschijfje (als je van plan bent direct na de voorbereidingen te injecteren)
Was je handen grondig voorafgaand aan de voorbereidende handelingen.
– Verwijder de dop van de injectieflacon met poeder en veeg de bovenkant af met een alcoholdoekje
– Verwijder de dop van de injectieflacon met water en veeg de bovenkant af met een alcoholdoekje
– Bevestig een groene naald op de spuit en haal de dop eraf
– Trek de zuiger van de spuit terug tot het niveau dat gelijk is aan de hoeveelheid die je gaat opzuigen uit de flacon met water
– Steek de naald in de injectieflacon met poeder en duw de zuiger naar beneden om de lucht uit de spuit in de flacon te drukken (dit heft het vacuüm op en voorkomt zo dat het water er straks in één keer in spuit)
– Trek naald en spuit uit de injectieflacon met poeder
– Steek de naald in de injectieflacon met water en draai deze ondersteboven en trek de vereiste hoeveelheid water in de spuit
– Draai de injectieflacon weer recht en trek naald en spuit uit de flacon
– Steek de naald in de injectieflacon met poeder en spuit het water er heel langzaam in door het langs de binnenwand van de flacon te laten lopen
– Trek de naald uit de injectieflacon en deponeer naald en spuit in de naaldencontainer
– Meng het mengsel van water en poeder voorzichtig door de injectieflacon te draaien – niet schudden!
– Pak een 1 ml spuit met vaste naald (30G) en steek deze in de injectieflacon met het gemixte poeder
– Draai de injectieflacon ondersteboven en trek de benodigde hoeveelheid vloeistof op
– Trek de naald uit de injectieflacon en dien de injectie toe
Het injecteren
Alle injecties, ongeacht de te injecteren stof, brengen een risico met zich mee op infecties en andere implicaties, waaronder spierbeschadiging. Hieronder vind je een overzicht met tips om zo veilig mogelijk te injecteren.
– Injecteer nooit steroïden of andere PIEDs in een ader: dit kan dodelijk zijn!
– Voor elke injectie moet nieuw, steriel materiaal worden gebruikt.
– Het delen van injectiemateriaal, water, ampullen of trekflesjes brengt het risico op infecties en door bloed overgedragen virussen (hepatitis B, hepatitis C en HIV) met zich mee.
– Zorg ervoor dat je het juiste materiaal, en in de juiste hoeveelheden, in huis hebt voordat je met een kuur start.
– Gooi, na gebruik, het injectiemateriaal in een naaldencontainer of deponeer het op een andere veilige plek, zodat je anderen niet in gevaar brengt.
– Alle steroïden op olie of waterbasis kunnen intramusculair geïnjecteerd worden in het bovenste buitenste kwadrant van de bil en de buitenzijde van de dij. Roteer injectieplaatsen om te voorkomen dat er littekenweefsel ontstaat. Het injecteren in het buitenste gedeelte van de schouder is een derde optie, die echter niet de voorkeur geniet, omdat de kleinere omvang van de schouderspier verspreiding van de injectievloeistof beperkt, en het risico toeneemt dat bij het injecteren een zenuw wordt geraakt.
– De kleur van de injectienaald (d.w.z. van het kunststoffen aanzetstuk van de naald) is gekoppeld aan de diameter van de naald. De te injecteren vloeistof bepaalt welke naalddiameter je gebruikt. Kies bij dikkere substanties een naald met een grotere diameter. De diameter van de naald wordt ook wel uitgedrukt in Gauge (G): 20G = 0.9 mm, 22G = 0,7 mm, 23G = 0,6 mm, 25G = 0,5 mm en 26G = 0,45 mm. De meest gebruikte diameter bij intramusculair gebruik is 21G (0,8mm) – 23G (0,6mm).
– De kleur van de injectienaald zegt niets over de lengte van de naald. De dikte van de onderhuidse vetlaag bepaalt de naaldlengte. Hierdoor wordt bij injecties in de bil vaak een wat langere naald gekozen dan bij injecties in de schouder. De meest gebruikte naaldlengte bij volwassenen is 25 – 40 mm.
Bovenste buitenste gedeelte van de bil
Intramusculaire (= in de spier) injecties van alle anabole steroïden op basis van olie of water.
Injecteer niet meer dan 4 ml op deze plek, 2 ml wordt aanbevolen wanneer de spier minder ontwikkeld is.
Wanneer je steroïden op oliebasis injecteert, moet je ervoor zorgen dat de oplossing vóór toediening op kamertemperatuur is, door de injectieflacon of ampul een paar minuten in een schone gesloten handdoek te houden of onder een kraan met warm (NIET heet) water te houden.
Leg al je materiaal vóór gebruik op een schoon oppervlak, dit omvat:
– De injectiespuit (1 – 4 ml) met injectievloeistof met daaraan bevestigd een steriele afgedekte 23G (0,6mm) blauwe naald
– 1 x alcoholdoekje
– Een naaldencontainer met het deksel open
– Een schone tissue of wattenschijfje
Was je handen grondig voordat je de injectie toedient.
Het injectieproces:
– Reinig de injectieplek met een alcoholdoekje en laat 1 minuut drogen
– Ontspan de spier die je wilt injecteren door je gewicht over te dragen naar het andere been maar zorg wel dat je stabiel staat
– Verwijder de dop van de naald en duw de zuiger voorzichtig omhoog om lucht uit de bovenkant van de spuit te verdrijven. Een kleine druppel injectievloeistof verschijnt aan het uiteinde van de naald
– Breng de naald in op 90o. Zorg dat je een klein deel van de naald blijft zien.
– Trek de zuiger voorzichtig terug om ervoor te zorgen dat er geen bloed in de spuit komt – als er bloed in de spuit komt, trek je de naald terug en oefen je lichte druk uit op de injectieplek met de schone tissue of het wattenschijfje. Injecteer niet opnieuw op deze plek, en gooi de injectiespuit in een naaldencontainer
– Injecteer langzaam – 10 seconden per 1 ml oplossing
– Houd de spuit zo stil mogelijk, omdat beweging spierschade door de naald kan veroorzaken
– Trek de naald voorzichtig terug en deponeer spuit en naald in een naaldencontainer
– Oefen lichte druk uit op de injectieplek met de schone tissue of het wattenschijfje. Masseer zachtjes het gebied. Gebruik geen alcoholdoekje na een injectie
– Deponeer het overige gebruikte materiaal in een afgesloten afvalbak
– Als je tijdens een injectie pijn ervaart, verwijder dan de naald, oefen lichte druk uit op de plek met de schone tissue of het wattenschijfje, en injecteer niet opnieuw op dezelfde plek.
Buitenkant van het dijbeen
Intramusculaire (= in de spier) injecties van alle anabole steroïden op basis van olie of water.
Injecteer niet meer dan 3 ml op deze plek, 2 ml wordt aanbevolen wanneer de spier minder ontwikkeld is.
Wanneer je steroïden op oliebasis injecteert, moet je ervoor zorgen dat de oplossing vóór toediening op kamertemperatuur is, door de injectieflacon of ampul een paar minuten in een schone gesloten handdoek te houden of onder een kraan met warm (NIET heet) water te houden. Leg al je materiaal vóór gebruik op een schoon oppervlak, dit omvat:
– De injectiespuit (1 – 3 ml) met injectievloeistof met daaraan bevestigd een steriele afgedekte 23G (0,6mm) blauwe naald
– 1 x alcoholdoekje
– Een naaldencontainer met het deksel open
– Een schone tissue of wattenschijfje
Was je handen grondig voordat je de injectie toedient.
Het injectieproces:
– Reinig de injectieplek met een alcoholdoekje en laat 1 minuut drogen
– Ontspan de spier die je wilt injecteren, bij voorkeur door te gaan zitten
– Verwijder de dop van de naald en duw de zuiger voorzichtig omhoog om lucht uit de bovenkant van de spuit te verdrijven. Een kleine druppel injectievloeistof verschijnt aan het uiteinde van de naald
– Breng de naald in op 90o. Zorg dat je een klein deel van de naald blijft zien.
– Trek de zuiger voorzichtig terug om ervoor te zorgen dat er geen bloed in de spuit komt – als er bloed in de spuit komt, trek je de naald terug en oefen je lichte druk uit op de injectieplek met de schone tissue of het wattenschijfje. Injecteer niet opnieuw op deze plek, en gooi de injectiespuit in een naaldencontainer
– Injecteer langzaam – 10 seconden per 1 ml oplossing
– Houd de spuit zo stil mogelijk, omdat beweging spierschade door de naald kan veroorzaken
– Trek de naald voorzichtig terug en deponeer spuit en naald in een naaldencontainer
– Oefen lichte druk uit op de injectieplek met de schone tissue of het wattenschijfje. Masseer zachtjes het gebied. Gebruik geen alcoholdoekje na een injectie
– Deponeer het overige gebruikte materiaal in een afgesloten afvalbak
– Als je tijdens een injectie pijn ervaart, verwijder dan de naald, oefen lichte druk uit op de plek met de schone tissue of het wattenschijfje, en injecteer niet opnieuw op dezelfde plek.
Buitenkant schouder
Intramusculaire (= in de spier) injecties van alle anabole steroïden op basis van olie of water. Het injecteren in het buitenste gedeelte van de schouder is een derde optie, die echter niet de voorkeur geniet, omdat de kleinere omvang van de schouderspier verspreiding van de injectievloeistof beperkt, en het risico toeneemt dat bij het injecteren een zenuw wordt geraakt.
Injecteer niet meer dan 2 ml op deze plek, 1 ml wordt aanbevolen wanneer de spier minder ontwikkeld is.
Wanneer je steroïden op oliebasis injecteert, moet je ervoor zorgen dat de oplossing vóór toediening op kamertemperatuur is, door de injectieflacon of ampul een paar minuten in een schone gesloten handdoek te houden of onder een kraan met warm (NIET heet) water te houden. Leg al je materiaal vóór gebruik op een schoon oppervlak, dit omvat:
– De injectiespuit (1 – 2 ml) met injectievloeistof met daaraan bevestigd een steriele afgedekte 23G (0,6mm) blauwe naald
– 1 x alcoholdoekje
– Een naaldencontainer met het deksel open
– Een schone tissue of wattenschijfje
– Was je handen grondig voordat je de injectie toedient.
Het injectieproces:
– Reinig de injectieplek met een alcoholdoekje en laat 1 minuut drogen
– Ontspan de spier die je wilt injecteren, laat je arm langs je zijde hangen
– Verwijder de dop van de naald en duw de zuiger voorzichtig omhoog om lucht uit de bovenkant van de spuit te verdrijven. Een kleine druppel injectievloeistof verschijnt aan het uiteinde van de naald
– Breng de naald in op 90o. Zorg dat je een klein deel van de naald blijft zien.
– Trek de zuiger voorzichtig terug om ervoor te zorgen dat er geen bloed in de spuit komt – als er bloed in de spuit komt, trek je de naald terug en oefen je lichte druk uit op de injectieplek met de schone tissue of het wattenschijfje. Injecteer niet opnieuw op deze plek, en gooi de injectiespuit in een naaldencontainer
– Injecteer langzaam – 10 seconden per 1 ml oplossing
– Houd de spuit zo stil mogelijk, omdat beweging spierschade door de naald kan veroorzaken
– Trek de naald voorzichtig terug en deponeer spuit en naald in een naaldencontainer
– Oefen lichte druk uit op de injectieplek met de schone tissue of het wattenschijfje. Masseer zachtjes het gebied. Gebruik geen alcoholdoekje na een injectie
– Deponeer het overige gebruikte materiaal in een afgesloten afvalbak
– Als je tijdens een injectie pijn ervaart, verwijder dan de naald, oefen lichte druk uit op de plek met de schone tissue of het wattenschijfje, en injecteer niet opnieuw op dezelfde plek.
Buikstreek, tussen huid en spier
Subcutane (= onderhuidse) injecties voor poeder/wateroplossingen zoals HCG, HGH, IGF-1, Melanotan II, en insuline – niet voor anabole steroïden op olie- of waterbasis.
Injecteer niet meer dan 1 ml op deze plek.
Leg al je materiaal vóór gebruik op een schoon oppervlak, dit omvat:
– De injectiespuit (1 ml) met injectievloeistof met daaraan bevestigd een steriele afgedekte naald van 27G, (grijs) 29G (rood) of 30G (geel)
– 1 x alcoholdoekje
– Een naaldencontainer met het deksel open
– Een schone tissue of wattenschijfje
– Was je handen grondig voordat je de injectie toedient.
Het injectieproces:
– Reinig de injectieplek met een alcoholdoekje en laat 1 minuut drogen
– Verwijder de dop van de naald en duw de zuiger voorzichtig omhoog om lucht uit de bovenkant van de spuit te verdrijven. Een kleine druppel injectievloeistof verschijnt aan het uiteinde van de naald
– Knijp een huidplooi samen tussen duim en wijsvinger en breng met de andere hand hier de naald in op 90o. Zorg dat een klein deel van de naald zichtbaar blijft.
– Injecteer langzaam – 10 seconden per 1 ml oplossing
– Houd de spuit zo stil mogelijk, omdat beweging weefselschade door de naald kan veroorzaken
– Trek de naald voorzichtig terug en deponeer spuit en naald in een naaldencontainer
– Oefen lichte druk uit op de injectieplek met de schone tissue of het wattenschijfje. Masseer zachtjes het gebied. Gebruik geen alcoholdoekje na een injectie
– Deponeer het overige gebruikte materiaal in een afgesloten afvalbak
– Als je tijdens een injectie pijn ervaart, verwijder dan de naald, oefen lichte druk uit op de plek met de schone tissue of het wattenschijfje, en injecteer niet opnieuw op dezelfde plek.