Stichting Mainline, de Nederlandse GGZ en Verslavingskunde Nederland stuurden een brief aan de Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid. Met deze brief willen de organisaties voorkomen dat bepaalde aspecten in de discussie over drugs en het drugsbeleid onderbelicht blijven. Lees hier wat we stuurden.
Geachte leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,
Op donderdag 12 mei 2022 debatteert uw commissie over het drugsbeleid. In dat kader willen wij u graag de volgende aandachtspunten meegeven, die u kunt betrekken bij het commissiedebat. Er zitten verschillende kanten aan het drugsbeleid. Met deze brief willen wij voorkomen dat bepaalde aspecten in de discussie over drugs en het drugsbeleid onderbelicht blijven.
1. Maak het ondermijningsbeleid beter meetbaar en inzichtelijk
Het is van belang om de impact van het ondermijningsbeleid meetbaar en inzichtelijk te maken. Binnen de keten van justitie en veiligheid wordt het beleid niet altijd systematisch bijgehouden of gemonitord op resultaat, zoals dat bijvoorbeeld wel gebruikelijk is bij preventie of in de zorg. Daardoor blijft onduidelijk wat het resultaat is van de forse en steeds verder toenemende investeringen in de aanpak van drugscriminaliteit en ondermijning. Wij verzoeken u daarom om de regering op te roepen ten aanzien van het veiligheidsbeleid heldere en meetbare doelen te formuleren en deze nauwgezet te monitoren en de resultaten daarvan te publiceren, zodat duidelijk wordt wat de impact is van de inspanningen op dit terrein.
2. Maak duidelijk dat het gebruik van drugs niet strafbaar is
Het is van groot belang om rekening te blijven houden met de onbedoelde neveneffecten van het ondermijningsbeleid en de aanpak van drugscriminaliteit. Een hardere aanpak van drugscriminaliteit en moreel geladen uitspraken richting mensen die bepaalde middelen gebruiken kan ertoe leiden dat mensen een groter stigma ervaren rond hun gebruik, minder geneigd zijn om hulp zoeken of bij de eerste hulp niet open te zijn over hun middelengebruik. Het is van groot belang dat de politiek blijft benoemen dat het gebruik van drugs in Nederland niet strafbaar is, om zodoende de toeleiding naar de zorg niet onnodig te frustreren.
3. Gebruik zorgvuldige taal binnen het debat over drugs
Het gebruik van moraliserende of veroordelende taal duwt mensen die drugs gebruiken steeds verder in de marge van de maatschappij. Staatssecretaris Eric van der Burg gaf onlangs het goede voorbeeld door opruiende taal rond asielzoekers en vluchtelingen om te buigen in meer genuanceerde taal. Dit is ook van belang in het debat rond drugs. Een grote verscheidenheid aan mensen gebruikt drugs. Dit doen zij om zeer diverse en uiteenlopende redenen. Mensen standaard wegzetten als criminelen of hedonisten zonder geweten en hen een-op-een verantwoordelijk maken voor drugscriminaliteit helpt de dialoog niet verder, maar leidt juist tot verdere polarisatie en daarmee samenhangende negatieve effecten op de samenleving.
4. Zet drugs centraal op de politieke agenda
Het kennisniveau rond drugs en drugsbeleid van (nieuwe) Kamerleden kan sterk worden verbeterd. Door het organiseren van een technische briefing of hoorzitting raken (nieuwe) Kamerleden beter op de hoogte van welke middelen veel worden gebruikt, hoe schadelijk bepaalde middelen zijn, welke gebruikersgroepen serieuze gezondheidsrisico’s lopen, wat de pijlers van het Nederlandse drugsbeleid zijn en welke partijen binnen Nederland allemaal actief zijn in het drugsveld.
Via een Manifest uit 2019 riep een brede groep drugsexperts op om, in navolging van de Werkgroep Verdovende Middelen die in 1968 werd ingesteld om adviezen te geven over verantwoord drugsgebruik, een staatscommissie te benoemen. Deze staatscommissie zou de opdracht moeten krijgen om voorstellen te doen om ons drugsbeleid te hervormen, waarbij het uitgangspunt is om gezondheidsrisico’s van drugs zo laag mogelijk te houden en de gezondheid, veiligheid en welzijn van onze samenleving als geheel zo goed mogelijk te waarborgen. Deze oproep blijft ook anno 2022 van kracht.
5. Werk aan eenduidig drugsbeleid dat is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten
Op dit moment staat een meerderheid van de Kamerleden positief tegenover het uitbreiden van plaatsen waar alcohol verkocht mag worden. Ook zijn reclames voor online gokken nog steeds toegestaan. Tegelijkertijd worden steeds meer middelen onder de Opiumwet geschaard (lachgas, designerdrugs). Deze tegenstrijdige signalen wijzen erop dat beleid vrij willekeurig tot stand lijkt te komen. Daarom adviseren wij om bij beleidsontwikkeling rond drugs onafhankelijk wetenschappelijk advies van experts zwaarder te laten wegen en ook aandacht te besteden aan de proportionaliteit van voorgestelde maatregelen.
6. Investeer in drugsbeleid dat uitgaat van publieke gezondheid en mensenrechten, inclusief preventie en harm reduction
Morele verontwaardiging en angst rond toegenomen drugscriminaliteit mag niet ten koste gaan van noodzakelijke investeringen in publieke gezondheid, preventie, verslavingszorg of harm reduction. Juist een tijd van economische recessie en hoge inflatie, waarbij mensen aan de onderkant van de samenleving vaak onevenredig hard worden getroffen, vraagt om voldoende aandacht voor problematisch middelengebruik. Voorkomen moet worden dat een grote groep mensen te maken krijgt met verslaving of aan drugs gerelateerde criminaliteit en op deze manier verder in de problemen komt.
7. Prioriteer progressief drugbeleid, waaronder harm reduction, in het buitenlandse beleid
De laatste jaren is de Nederlandse investering in harm reduction en op mensenrechten en publieke gezondheid gebaseerd drugsbeleid sterk verminderd. Traditioneel gezien speelt Nederland een belangrijke rol in het internationale drugsveld. Relatief kleine investeringen hebben vaak een enorme impact. Wij roepen u op om deze voortrekkersrol weer stevig te verankeren in het Nederlandse drugsbeleid.
Hoogachtend, namens
Verslavingskunde Nederland - De Nederlandse GGZ – Stichting Mainline