Seksuologen en verslavingszorginstellingen werken zelden samen bij de behandeling van mensen die seks en drugs combineren. Ze verwijzen nauwelijks naar elkaar door en hebben beperkte kennis op elkaars terrein. Dat blijkt uit de bachelorscriptie van VU-student Valerie van der Wel voor Mainline.
“Dat is in het heel kort wel de strekking. Ik heb 14 diepte-interviews gedaan met seksuologen en medewerkers in de verslavingszorg. De hoofdvraag was: wat zijn de kennis en de ervaringen van professionals op het gebied van het behandelen van problemen rondom het combineren van seks en drugs? Daaruit blijkt dat seksuologen beperkte kennis hebben van drugs. In de verslavingszorg schiet de kennis van seksuele problemen tekort. Wat daarbij niet helpt, is dat er nauwelijks onderlinge uitwisseling is. Er wordt weinig doorverwezen en niet echt samengewerkt. Zo blijft de behandeling versplinterd en is de zorg niet passend. Ook is slecht zichtbaar waar dan wel passende zorg te vinden is. En als die zorg er al is, dan vaak in de Randstad. Dat is moeilijk te bereizen voor iemand uit bijvoorbeeld Limburg. Zo vallen te veel mensen tussen wal en schip.”
Uit het veldwerk van Mainline blijkt dat met name mannen die seks hebben met mannen (MSM) moeilijk passende zorg kunnen vinden. Bij verslavingsklinieken wordt meestal alleen het middelenprobleem behandeld, terwijl seksuologen volgens hen juist weer beperkt begrip van drugs hebben. Daardoor voelt het voor hen alsof ze tussen wal en schip vallen. Ik wilde het nu ook van de andere kant benaderen. Hoe kijken professionals hier tegenaan? Daarnaast hebben we breder gekeken dan alleen MSM die aan chemsex doen. Hoewel blijkt dat ook in de zorg de meeste aandacht daar naartoe gaat.”
"Seksuologen vinden het niet moeilijk om druggebruik ter. sprake te brengen, maar binnen de verslavingszorg lijkt er wel schroom te bestaan om het over seks en seksualiteit te hebben."
"Kennisgebrek staat samenwerking in de weg"
“Dat er zo’n duidelijke kloof bestaat tussen deze twee velden. We hadden daar natuurlijk al aanwijzingen voor, maar uit de diepte-gesprekken bleek hoe diep deze kloof is. Patiënten worden vaak niet doorverwezen omdat het contact met het andere ‘hokje’ doorgaans simpelweg ontbreekt. Dit houdt het probleem in stand. Er zit hier en daar wel wat beweging in, dat moet gezegd. Zo hebben enkele verslavingsklinieken speciale ‘chemsex-teams’ opgericht waarin er wel aandacht is voor beide kanten. Toch is dat op landelijke schaal bekeken nog erg beperkt. Wat verder opviel was dat seksuologen het niet moeilijk vonden om druggebruik ter. sprake te brengen, maar dat men binnen de verslavingszorg wel een schroom lijkt te bestaan om het over seks en seksualiteit te hebben.”
“Grotendeels wel. De seksuologen die ik sprak, hebben basale kennis van drugs en voelden geen behoefte om deze te vergroten. Ze hadden daarnaast weinig goede ervaringen met verslavingszorginstellingen. Het kennisniveau van verslavingszorginstellingen op het gebied van seks ligt laag, uitzonderingen daargelaten. Seks als factor lijkt op de meeste plekken genegeerd te worden. Veel onderliggende problemen komen aan bod, maar seksualiteit blijft onaangeraakt. Maar in de chemsex-scene, onder mannen die seks hebben met mannen, is seksualiteit een groot issue. Vaak gaat het dan om ervaringen met homofobie of moeite om van seks te genieten. Met drugs kunnen deze mannen dit soort obstakels tijdelijk overkomen. Een van de professionals die ik sprak, werkt in een verslavingskliniek. Die voelde zich enorm slecht als er iemand binnenkwam met een chemsex-probleem. Want ze wist dat ze die niet kon helpen met het totaalprobleem.”
Bachelorstudent Valerie van der Wel
“Zoals elke onderzoeker zou zeggen: dit onderzoek vraagt om meer onderzoek. Deze inventarisatie geeft een duidelijk beeld, maar laten we niet vergeten dat het aantal participanten beperkt is. Als ik er toch iets over moet zeggen, dan zit het probleem hem denk ik in de eerste plaats in een gebrek aan kennis. Onbekend maakt onbemind gaat ook hier op. Dit staat samenwerking in de weg, en die is nodig om tot passende behandelingen te komen. Bovendien kan zo een blinde vlek ontstaan, zoals het gebrek aan aandacht voor seks in de verslavingszorg. Wanneer de kennis groter is, kun je ook verwachten dat de samenwerking verbetert en er gezamenlijke initiatieven ontstaan. De eerste uitdaging is dus om de kennis te vergroten. Dat is best urgent, want de toegankelijkheid van zorg staat onder druk.”